sdssdd
REPORTAGES
Indonesië
India
Cambodja
Spraakmakende overnames
Tata Steel – Corus Group (2006/07)
Tata moet bijna 13 miljard dollar neertellen voor de Brits-Nederlandse staalgigant, maar is daarmee het 5e staalconcern ter wereld. Het is de 22ste overname van de Tata Groep en diens ‘agressieve’ baas Ratan Tata, die in 2000 het voortouw nam als take-over tycoon met de aankoop van het Britse Tetley Tea voor 432 miljoen dollar.
Mittal Steel – Arcelor (2006)
Mittal betaalt 33 miljard dollar voor het Luxemburgse staalbedrijf Arcelor, nadat het eerder 17,8 miljard dollar neertelde voor het Amerikaanse ISG. Daarmee is Mittal Steel het grootste staalbedrijf ter wereld. Het bedrijf is Brits, met een grote vestiging in Rotterdam (ISPAT) maar eigenaar Lakshmi Mittal is en blijft een Indiër.
UB – Spyker F1 (2007)
Een relatief kleine aankoop voor UB baas Mallya, slechts 90 miljoen euro, maar hij haalde wel de wereldpers met de Nederlandse Formule 1- renstal van Spyker begin september. Vorig jaar betaalde UB tien keer zoveel (1,18 miljard dollar) voor de overname van de Schotse whiskystoker Whyte & Mackay. UB had ook 660 miljoen dollar over de champagne groep Taittinger, maar moest genoegen nemen met de Taitinger wijn voor 15 miljoen dollar.
Lakshmi Mittal
Ambani Brothers
Vijay Mallya
|
|
Indiase business tycoons kopen internationale bedrijven op
De Indiërs komen eraan
Als hongerige olifanten storten Indiase business tycoons zich op de internationale bedrijvenmarkt. Hun expansiedrift kent geen grenzen. Ze betalen miljoenen, soms zelfs miljarden euro’s voor Europese en Amerikaanse bedrijven. Niet alleen in de IT sector. Ook in olie en staal, koffie en thee, en zelfs in de Formule 1.
De Indiase business tycoons maken snel naam in het westen. Iedereen in Nederland weet inmiddels wie Vijay Mallya is. De Indiase drankbaron uit Bangalore haalde onlangs de voorpagina’s met zijn aankoop van de Nederlandse Formule 1-renstal van Spyker. De 51-jarige miljardair heeft er graag 90 miljoen euro voor over. Voor hem is het een koopje. Mallya droomt al jaren van een eigen Formule 1 raceteam. Maar de Spyker Car is meer dan alleen een speeltje voor de Indiase racewagen fan. Mallya schat dat de formule 1-renstal volgend jaar al 18 miljoen kan verdienen aan televisierechten. En in de toekomst nog veel meer. Voorzien van een Indiase coureur en een Indiase naam beschikt het over een immens marketing potentieel met honderden miljoenen toekomstige F1 fans onder de 1,1 miljard Indiërs. Mallya staat te popelen om de naam van zijn befaamde biermerk en vliegmaatschappij Kingfisher aan zijn nieuwe Formule 1-renstal te verbinden. Dan gaat voor hem de kassa pas echt rinkelen.
Vijay Mallya weet hoe hij zaken moet doen. Onder zijn leiding is de familiebrouwerij United Brewery (UB) uitgegroeid tot een miljardenconcern van wereldformaat met activiteiten in drank, vliegtransport, ICT, kunstmest en toerisme. Met een paar strategische overnames wist hij zijn UB brouwerij op de internationale kaart te zetten als het een na grootste drankconcern ter wereld. In 2005 telde Mallya 66 miljoen dollar neer voor een aandeel in de Indiase concurrent ShawWallace. Vorig jaar reisde hij af naar Schotland om zijn lievelingsmerk whisky op te kopen. Voor 1,18 miljard dollar is UB nu eigenaar van de fameuze White & Mackay premium whisky.
Take-over tycoons
UB is niet het eerste en zeker niet het enige Indiase concern dat buitenlandse bedrijven opkoopt. Computerbedrijven en farmaceutische producenten banen rond de eeuwwisseling de weg naar het westen, waar hun grote klanten zitten. Aangemoedigd door de eerste successen gaan de Indiërs agressiever inkopen: steeds meer en steeds omvangrijker. De business tycoons storten zich met een onverzadigbare kooplust op de internationale markt.
M&A statistieken van fusies en overnames bevestigen de Indiase expansiedrift. In 2000 sluiten Indiase bedrijven 50 M&A deals voor bijna een miljard dollar, meldt Dealogic. Dat is nog niks vergeleken met de 6 miljard dollar die buitenlanders datzelfde jaar in Indiase bedrijven investeren. Inmiddels hebben de Indiërs hun westerse collega’s ingehaald. In 2005 spenderen ze reeds $4,5 miljard. In 2006 schieten ze omhoog naar 21,6 miljard dollar met 166 deals. Dit jaar hebben ze alweer 143 deals gesloten voor bijna 19 miljard dollar. Ernst en Young verwachten dat het nog verder zal oplopen tot een record $35 miljard.
‘De Indiërs komen eraan,’ koppen de westerse media. De expansiedrift ontgaat niemand. Indiase zakenlieden heten nu ‘Take-over Tycoons’ en ‘Maharadja’s op Rooftocht’. Ze worden afgebeeld als losgeslagen hongerige olifanten die met hun slurf links en rechts bedrijven uit de grond rukken. De Fransen reageerden geschokt toen Vijay Mallya een bod uitbracht op ‘hun’ Taittinger Champagne. Met nationale protesten wisten ze Taittinger in Franse handen te houden.
Voor Europa en Amerika is het even slikken. Ook al neemt India wereldwijd slechts 2 procent van de M&A voor haar rekening. Het westen moet nog wennen aan het feit dat het arme, onderontwikkelde India zich ineens ontpopt als een economisch machtsblok. En niet alleen in de IT sector. Ook andere sectoren profiteren volop van de jaarlijkse 8 procent economisch groei. Volgens Goldman & Sachs is India in 2050 de een na grootse economie ter wereld na China.
Indiërs hebben weer iets om trots op te zijn. En dat steken ze niet onder stoelen of banken. Zeker 60 procent van de 200 topbedrijven is op zoek naar buitenlandse acquisities: als investering, om nieuwe technologieën en markten te verwerven en om hun marktpositie te versterken. Het bedrijfsleven blaakt van zelfvertrouwen en bulkt van het geld, dankzij de forse economische groei en hun riante winstmarges van 10 procent. Aan krediet is evenmin gebrek. De beurs groeit explosief en obligaties verkopen als zoete broodjes. Het farmaceutisch bedrijf Ranbaxy kon probleemloos 440 miljoen dollar lenen om acht Oost Europese overnames te financieren.
‘India Everywhere’
De globalisering dicteert internationale overnames, stelt Ratan Tata van de Indiase Tata Groep. Het is hollen of stilstaan. Om te voorkomen dat Indiase bedrijven worden opgekocht door hun westerse concurrenten moeten ze zelf actie ondernemen. Ratan Tata (69) gaf zelf de voorzet. In 2000 kocht Tata Tea het Britse theemerk Tetley voor 432 miljoen dollar. Sindsdien heeft het robuuste familieconcern 22 grote en kleine buitenlandse bedrijven opgekocht, zowel thee- als koffiefabrieken, maar ook chemische fabrieken en tal van ICT bedrijven. In 2005/06 alleen spendeert Tata ruim 1,5 miljard dollar aan 14 buitenlandse overnames. Maar de echte klapper is de aankoop van de Brits Nederlandse staalgigant Corus voor bijna 13 miljard dollar.
,,Een puur strategische overname,” benadrukt Ratan Tata. ,,Het is een springplank naar de Europese markt, zodat we op wereldschaal meetellen.” Dat is aardig gelukt. Dankzij Corus is de productie van Tata Steel verdrievoudigd en stijgt het met stip naar een vijfde plaats op de wereldranglijst der staalgiganten. Ook de buitenlandse omzet van de Tata Groep gaat met sprongen omhoog: van een bescheiden 5 procent in 1991, naar 30 procent in 2006 is het nu gestegen naar 64 procent. De Tata merknaam heeft al een plek veroverd op de Forbes Global 250 lijst en is met $7,4 miljard meer waard dan Nissan, Panasonics, Starbucks en Nestle.
Tata’s grote staalconcurrent Mittal koos al in de jaren 70 voor wereldfaam. De oude Mohan Lal draaide India boos de rug toe toen de overheid hem verbood om de kostbare buitenlandse deviezen elders te investeren. Vanuit Groot-Brittannië bouwde hij als ‘Non Resident Indian’ (NRI) zijn Ispat wereldimperium op. Zijn oudste zoon Lakshmi deed er nog een schepje bovenop. Terwijl zijn jongere broers na de liberalisering in 1991 weer in India aan de slag gingen, investeerde Lakshmi in Oost Europa, om vervolgens de Luxemburgse concurrent Arcelor te kopen voor 33 miljard dollar. Mittal Steel is de onbetwiste marktleider: het bedrijf produceert 10 procent van wereldproductie staal.
Indiase bedrijven hoeven nu niet meer te verhuizen om Mittal’s voorbeeld te volgen. Integendeel. De Indiase regering is tegenwoordig een groot voorstander van globalisering. ‘India Everywhere,’ luidt de slogan. Sinds de liberalisering in 1991 is de voorraad deviezen fors gestegen van 1 miljard dollar tot 140 miljard dollar. Nu investeert India haar geld bij voorkeur in nieuwe technologieën. Het aluminium bedrijf Hindalco van de Birla Groep betaalde onlangs zes miljard dollar voor het Canadese Novalis dat hightech aluminium blikken produceert. ,,Als wij die technologie zelf moeten ontwikkelen zijn we vijf jaar verder,” constateert KM Birla. ,,Zoveel tijd hebben we niet.” De Indiase tycoons proberen hun achterstand zo snel mogelijk weg te werken. Iedereen is voortdurend op zoek naar nieuwe aankopen. De opmars van de Indiërs is niet meer te stuiten, oordelen de experts.
Hilde Janssen
Algemeen Dagblad - september 2007
|
Lakshmi Mittal (56)
Rijkste Indiër ter wereld, no. 5 op de Forbes lijst van miljardairs, waarde 32 miljard dollar.
De baas van Mittal Steel leeft op brede voet in het duurste huis van Londen (128 miljoen dollar).
Hij spendeerde 60 miljoen dollar aan de 6-daagse bruiloft van zijn dochter. |
Mukesh (50) & Anil (48) Ambani
Dankzij de Reliance erfenis de rijkste Indiërs in eigen land, no 14 en 18 op Forbes lijst, respectievelijk 20 en 18 miljard dollar waard. Mukesh kreeg de Reliance olieraffinaderijen en bouwt nu voor moeder, vrouw en kinderen in Mumbai een riante 22-verdiepingen flat. Broer Anil runt Reliance Capital en Communication en rent marathons. |
Vijay Mallya (51)
Een ‘kleine’ miljardair, met zijn 1,5 miljard dollar UB Groep, maar leeft als een heuse maharadja, voorzien van diamanten oorbel, dito ringen en het nodige goudwerk.
Houdt van racewagens, renpaarden en feesten op zijn 95 meter lange jacht. |