vv
Wegwezen
De lancering van de eerste ‘vrouwenbussen’ in Indonesië is wereldnieuws. De vrouwen uit het provinciestadje Pekanbaru in Sumatra zijn er blij mee. Ze zijn de handtastelijke mannen in het openbaar vervoer meer dan zat. Helaas zullen de meeste vrouwen weinig plezier hebben van de speciale busdienst. De vijf vrouwenbussen rijden alleen op een nieuwe en ‘stille’ route. Wie naar de markt wil, zal alsnog gebruik moeten maken van een reguliere bus. Zeker in de spits is dat geen lolletje. Altijd zijn er wel een paar mannen die de gelegenheid te baat nemen om in een overvolle bus ongegeneerd tegen dameslijven te gaan plakken en ‘per ongeluk’ borsten en billen te betasten.
Toch besteden de internationale media volop aandacht aan de ‘vrouwenbus’. Meer nog dan de lokale pers. Want, zo benadrukken de buitenlandse persbureaus, het is de eerste bus voor vrouwen ‘in de hele geschiedenis van het grootste moslimland ter wereld’. Het ‘overwegend islamitische’ Indonesië is echter niet het eerste land met openbaar vervoer speciaal voor vrouwen. In het ‘overwegend hindoeïstische’ India introduceerde men al in de vorige eeuw vrouwentreincoupés, vrouwenloketten en vrouwenwachtkamers.
India kent zowel vrouwenquota voor busstoelen als voor parlementszetels. Positieve discriminatie maatregelen, bedoeld om het emancipatieproces te bevorderen. Veiligheid bieden, zodat vrouwen gebruik kunnen maken van de openbare ruimte die in de loop van de tijd door mannen is geclaimd. Veel Indiase restaurants beschikken zelfs over een ‘family-room’ waar vrouwen ongestoord hun kopje koffie of lunch nuttigen. Alleen of in gezelschap van man en kinderen. In de treinen zijn echtgenoten echter niet welkom. De enige mannen die daar worden getolereerd zijn conducteurs, transseksuelen en jongens onder de 14.
In de vrouwencoupés in Mumbai’s stadstreinen is het overdag een gezellige boel. De coupés doen dienst als rijdende markt. Jonge verkopers lopen schreeuwend de trein door, hun dozen vol haarspelden, glasarmbanden en knopen op de schoot van passagiers deponerend, zodat ze de waren goed kunnen inspecteren. Groentenverkopers doen ook goede zaken. In de namiddag zie je rijen vrouwen al pratend de vieze blaadjes uit de andijvie en mint plukken.
In de avondspits hoeven ze dat niet te proberen. Dan puilen de vrouwencoupés uit van de passagiers. Net zoals de rest van de trein. De coupés zitten allemaal zo vol dat niemand een hand kan optillen en zelfs de verkopers hun werk tijdelijk staken.
In de spits is het überhaupt al een hele kunst om de trein in te komen. Laat staan in een vrouwencoupé, weet ik uit ervaring. Meegeduwd in de stroom van honderden reizigers beland ik na het nodige ellebogenwerk in de trein. Ik sta vastgelijmd tussen tientallen lijven. Pas na een paar minuten kan eindelijk mijn hoofd draaien. Boze blikken en verwijtende gezichten alom. ‘U zit in het verkeerde treinstel,’ vertaalt een medepassagier het venijn. ‘Dit is een mannencoupé!’ Voor deze ene keer willen ze wel in de spits een vrouw tolereren in hún treinstel. Ze doen zelfs erg hun best om een halve centimeter afstand te bewaren. Maar daar houdt alle begrip op. Als de regering een paar treinstellen voor vrouwen reserveert, claimen zij gewoon de rest van de trein. Hoezo emancipatie?!
Hilde Janssen
februari 2007
|